Corona 33
Vrijheid
Ik ben niet langer te vangen voor een kluit.
Niemand zal ik nog volgen op zijn wenken,
niemand geloven op zijn woord.
Een gek kan men niet laten dansen
op de gewenste maat,
daarvoor is hij te onberekenbaar.
Op een warrig hoofd als dat van mij
heeft niemand grip.
Zo ben ik voor het eerst wat ik
al zolang ken van dromen: een vrij man
die zelf zijn richting zal bepalen.
Corona 68
Nar
Ook al zou men het niet vermoeden,
een nar is van inborst bedeesd.
Hij durft niet buitenkomen zonder
zijn narrenpak te hebben aangetrokken.
Die verknipte outfit in rood en wit geeft hem
het averechtse recht om zijn dwaasheden
uit te kramen.
Hij zet zijn in drie uitsteeksels gesplitste
zotskap op, laat de goudkleurige schelletjes
op zijn kop rinkelen, trekt zijn schoenen aan,
met neustoppen die krullen van plezier,
en grijpt naar zijn narrenstaf,
waarmee hij de wereld kan regeren.
Hij dacht naar het parlement te trekken,
dat hij, gelukkig binnensmonds,
een rederijkerskamer noemt.
Maar de deur uitgaan, durft hij niet,
al had hij er nog zo graag zijn halve waarheden
laten weten, een getrek en gedraai
dat in zulk gezelschap niet zou misstaan.
Het spreekgestoelte wachtte al.
Hij had er het journaal mee kunnen halen,
met zijn visie op televisie komen.
Helaas is, naar zijn geweten,
zijn narrenpak niet compleet.
Hij heeft geen masker weten te vinden,
dat simpele ding van voor de neus en mond,
waarover de dames en heren
van de volksvertegenwoordiging
reeds dagen ademloos debatteren.
Zij zouden voor één enkel exemplaar,
naar eigen zeggen om weg te geven,
hun eigen kroost vermoorden.
Het is een droeve nar, hij is thuisgebleven.
Het is lang geleden dat hij de lachers
nog op zijn hand heeft gekregen.
Corona 98
Sterren
Ik kan tot duizend tellen,
dat is te weinig voor de sterren.
Om ze aan te raken
moet ik reizen rond de aarde,
zodat ik weet waar ze lager hangen.
Met mijn verbeelding vermag ik veel.
De oneindigheid krijg ik in een oogopslag.
Het duurt maar even,
zij het dat elke keer opnieuw als ik
naar die zwaai van pixels kijk in het heelal,
ik een dreun vang in mijn hersenpan
van de schittering
die in lichtjaren wordt geteld.
Ik maak ziende deel uit van de sterren.